Veelbelovende voetballers die het niet konden waarmaken

Veelbelovende voetballers die het niet konden waarmaken
Royston Drenthe (Nederland, 1987)
Mario Balotelli (Italië, 1990)
Robinho (Brazilië, 1984)
Federico Macheda (Italië, 1991)
Alexandre Pato (Brazilië, 1989)
Ravel Morrison (Engeland, 1993)
Adriano (Brazilië, 1982)
Freddy Adu (Ghana, 1989)
Bojan Krkic (Spanje, 1990)
Stevan Jovetic (Montenegro, 1989)
Stephan Kareem El Shaarawy (Italië, 1992)
Hatem Ben Arfa (Frankrijk, 1987)
Giovani Dos Santos (Mexico, 1989)
Diego Capel (Spanje, 1988)
Gaël Kakuta (Frankrijk, 1991)
Alen Halilovic (Kroatië, 1996)
Anderson (Portugal, 1988)
Jesé Rodríguez (Spanje, 1993)
Gerard Deulofeu (Spanje, 1994)
Breno (Brazilië, 1989)
Jack Rodwell (Engeland, 1991)
Giuseppe Rossi (Italië, 1987)
Anthony Le Tallec (Frankrijk, 1984)
David Bentley (Engeland, 1984)
Javier Portillo (Spanje, 1982)
Michael Johnson (Engeland, 1988)
Yoann Gourcuff (Frankrijk, 1986)
Sebastian Giovinco (Italië, 1987)
Ganso (Brazilië, 1989)
Josh McEachran (Engeland, 1993)
Veelbelovende voetballers die het niet konden waarmaken

Ze zouden doorbreken, maar de realiteit en de concurrentie staken daar een stokje voor. Deze veelbelovende spelers mikten op de voetbalhemel, maar schoten, toen het erop aankwam, pijnlijk mis.

Volg ons op MSN om elke dag de beste artikelen te ontvangen

Royston Drenthe (Nederland, 1987)

Real Madrid haalde Royston Drenthe weg bij Feyenoord en met zijn kracht, talent en kwaliteiten leek hij een topper van zijn generatie te worden. Maar zijn zwak voor het nachtleven eiste uiteindelijk zijn tol.

Mario Balotelli (Italië, 1990)

Wat er met Super Mario is gebeurd, is onbegrijpelijk. Hij leek alles te hebben om uit te groeien tot de beste voetballer ter wereld, maar gaf de indruk dat hij het niet wilde zijn. City, Milan, Liverpool, Nice, Marseille en Brescia, het zijn maar enkele van de clubs die hem tevergeefs een kans gaven, maar waar het niet wilde lukken.

Robinho (Brazilië, 1984)

Robinho is een mooi voorbeeld van dat wat er buiten het veld gebeurt, ook invloed heeft op wat erop gebeurt. Door zijn bewogen leven naast het voetbal slaagde de Braziliaan er niet in om zijn potentieel volledig te benutten, noch bij Real Madrid, Manchester City of AC Milan. Kwam na zijn carrière in opspraak door een verkrachtingszaak.

Federico Macheda (Italië, 1991)

De opvolger van Cristiano Ronaldo bij Manchester United maakte indruk bij zijn eerste optredens op Old Trafford, maar zijn ster doofde daarna snel uit. Na verschillende huurbeurten vertrok hij uiteindelijk gratis naar Cardiff.

Alexandre Pato (Brazilië, 1989)

Wat is er met Pato gebeurd? De spits maakte bijna 200 doelpunten in zijn carrière, maar gaf toch de indruk dat hij het veel verder had kunnen schoppen. Hij verliet AC Milan op 23-jarige leeftijd en verdween daarna zo goed als van het voetbaltoneel.

Ravel Morrison (Engeland, 1993)

Nog een jonkie van Manchester United, dat werd vergeleken met Paul Pogba. De realiteit was echter dat hij niet in de buurt kwam van het niveau van de Fransman en uiteindelijk in 2012 aan West Ham zou worden verkocht. Speelde daarna voor een rist teams, tekenend voor zijn gebrek aan doorzettingsvermogen.

Adriano (Brazilië, 1982)

'De Keizer' had de fysieke en voetballende kwaliteiten om het voetbal te domineren en geschiedenis te schrijven. Door het overlijden van zijn vader kwam hij op slechts 22-jarige leeftijd echter in een diepe depressie terecht, waardoor hij nooit meer dezelfde voetballer zou worden.

Freddy Adu (Ghana, 1989)

Adu is het perfecte voorbeeld van hoe je de carrière van een jonge voetballer, die op 14-jarige leeftijd debuteerde in de MLS, niet moet aanpakken. De hoge verwachtingen – hij werd zelfs vergeleken met Pelé – brachten een druk met zich mee waar hij niet mee om kon. Adu slaagde noch in de Verenigde Staten noch in Europa.

Bojan Krkic (Spanje, 1990)

Bojan Krkic stroomde met ongelooflijke cijfers uit de jeugd door naar het eerste elftal van FC Barcelona en scoorde ook bij de hoofdmacht regelmatig. Maar na zijn vertrek op 20-jarige leeftijd uit Catalonië maakte hij sinds 2011 niet meer dan 10 doelpunten in één seizoen. Tot grote ontgoocheling van Roma, Milan, Ajax, Stoke City ...

Stevan Jovetic (Montenegro, 1989)

Jovetic speelde voor clubs als Manchester City, Inter Milaan, AS Monaco en Sevilla, maar bij geen enkele toonde hij wat hij op jonge leeftijd had laten zien.

Stephan Kareem El Shaarawy (Italië, 1992)

19 goals en 8 assists voor AC Milan in het seizoen 2011/2012. Knappe cijfers, en dat op slechts 20-jarige leeftijd. Vanaf dat moment ging het echter bergaf met zijn carrière, die hem op een bepaald moment zelfs tot in de Chinese competitie zou brengen.

Hatem Ben Arfa (Frankrijk, 1987)

Bij Ben Arfa kreeg je altijd de indruk dat hij de kwaliteiten had om overal waar hij komt uit te blinken, maar hij heeft ze nooit echt helemaal benut. De Fransman had een van de beste linkervoeten die Frankrijk ooit gezien heeft, maar toch kon hij de verwachtingen nooit helemaal inlossen.

Giovani Dos Santos (Mexico, 1989)

In 2005 won Mexico het WK U17 met twee namen die boven de rest uitstaken: Carlos Vela en Giovani Dos Santos, die in de jeugdacademie van Barcelona speelde. Daarna ging hij naar Tottenham, Galatasaray, Racing, Mallorca en Villarreal, die getuige waren van het verval van een ster die er nooit een is geweest.

Diego Capel (Spanje, 1988)

Er was een tijd dat Diego Capel vergeleken werd met Lionel Messi en Cristiano Ronaldo. Door de jaren heen werd echter duidelijk dat die vergelijking de jonge spits geen goed heeft gedaan.

Gaël Kakuta (Frankrijk, 1991)

Carlo Ancelotti beweerde ooit dat hij nog nooit een talent als Kakuta had gezien op 19-jarige leeftijd. Hij speelde voor Chelsea, maar brak er nooit echt door en zijn carrière verliep de volgende jaren via onder meer Rayo Vallecano, Sevilla, Deportivo La Coruña en Amiens SC.

Alen Halilovic (Kroatië, 1996)

FC Barcelona kaapte hem weg voor de neus van Real Madrid toen hij nog maar een tiener was, maar de Kroatische Messi, zoals zijn bijnaam luidde, loste de verwachtingen nooit in. De laatste 10 jaar speelde hij voor een waslijst aan clubs, waaronder Sporting Gijon, Hamburg, Las Palmas, Milan, Birmingham en Reading.

Anderson (Portugal, 1988)

Anderson won de Gouden Bal op het WK U17 in 2005, waarna hij van Gremio naar Porto verhuisde en later naar Manchester United voor 30 miljoen euro. Hij kon zich echter nooit echt aanpassen aan de Premier League en werd uiteindelijk een speler op overschot.

Jesé Rodríguez (Spanje, 1993)

In zijn topperiode leek Jesé zelfs even te kunnen gaan wedijveren met Gareth Bale, maar een ernstige knieblessure veranderde alles. Tot overmaat van ramp remde een infectie zijn terugkeer af en werd hij nooit meer de flitsende speler van vroeger.

Gerard Deulofeu (Spanje, 1994)

Je zou het bijna niet geloven na al die jaren in het topvoetbal, maar Gerard Deulofeu werd wel degelijk in 1994 geboren. Hij schopte het in al die tijd wel niet zoals verwacht tot aan de absolute top. FC Barcelona, Sevilla, Everton, Watford en Udinese hadden meer dan eens in dezelfde wedstrijd een haat-liefdeverhouding met de speler. De grote zwakte van Delofeu? Zijn gebrek aan regelmaat.

Breno (Brazilië, 1989)

Breno leek een groot talent als centrale verdediger en Bayern München haalde hem in 2008 aan boord voor 12 miljoen euro. Hij werd echter veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar en 9 maanden na brandstichting in zijn huis in München, wat al aantoont hoe zijn carrière daarna zou verlopen.

Jack Rodwell (Engeland, 1991)

Hij was als tiener een wonderkind bij Everton, waar hij domineerde op het middenveld. Rodwell ging daarna naar City en bleef toen stilstaan. Een overstap naar Sunderland bracht geen beterschap, maar daar was hij een enorme (financiële) last voor de club. Kwam daarna in Australië terecht.

Giuseppe Rossi (Italië, 1987)

Rossi was een schot in de roos bij Villarreal, waar hij deed denken aan de oude school van kleine spitsen met een neus voor doelpunten. Door verschillende zware blessures kon de grote belofte die verwachtingen echter nooit inlossen.

Anthony Le Tallec (Frankrijk, 1984)

Hij maakte tegen Nigeria de goal waarmee Frankrijk het WK U17 in 2001 won en was de beste speler van het toernooi. Maar daarna speelde hij elk seizoen slechter. Van Liverpool ging het naar onder meer Astra Giurgiu in de Roemeense competitie.

David Bentley (Engeland, 1984)

Bentley brak op zeer jonge leeftijd door bij Arsenal, maar jaren later kwam hij bij Tottenham terecht, een transfer die de fans van The Gunners hem nooit hebben vergeven. Bentley bereikte nooit het niveau dat hem werd voorspeld en stopte op 30-jarige leeftijd al met voetballen. Hij was uitgekeken op het voetbal, bekende hij in zijn laatste wedstrijd.

Javier Portillo (Spanje, 1982)

Portillo brak het ene na het andere doelpuntenrecord in de jeugd van Real Madrid en leek voorbestemd om de opvolger te worden van Raúl González. Hij kon zich echter niet doorzetten bij het eerste elftal.

Michael Johnson (Engeland, 1988)

Een enorm talent, maar blessures gooiden roet in het eten. Speelde slechts 37 wedstrijden voor Manchester City.

Yoann Gourcuff (Frankrijk, 1986)

Weer een geval dat gebukt ging onder de druk van de media en een vergelijking met Zidane die nergens op sloeg. Gourcuff tekende voor Milan en hoewel hij er vlagen van zijn talent liet zien, groeide hij nooit uit tot de grote speler waarop men had gerekend.

Sebastian Giovinco (Italië, 1987)

In de Italiaanse school van spitsen kregen we met Giovinco een speler die geschiedenis had kunnen schrijven, maar blessures verhinderden hem te schitteren zoals werd verwacht. Hij speelde in de MLS (Major League Soccer) en Saudi-Arabië voordat hij terugkeerde naar Italië en voor UC Sampdoria ging spelen.

Ganso (Brazilië, 1989)

Ganso liet samen met Neymar fenomenale dingen zien bij Santos en wilde in de voetsporen treden van zijn ploegmaat en vriend. Hij bereikte echter nog geen 10% van wat Neymar heeft bereikt.

Josh McEachran (Engeland, 1993)

Josh McEachran was een van de kroonjuwelen van de opleiding van Chelsea, maar kon in vijf jaar aan uitleenbeurten niet laten zien wat hij in zijn mars had. Hij werd in 2015 verkocht aan Brentford voor een miljoen euro, in een periode die beschouwd kan worden als zijn hoogtepunt.

Volg ons op MSN om elke dag de beste artikelen te ontvangen

Meer voor jou