De grote teleurstellingen van het WK: welke spelers zagen hun marktwaarde dalen in Qatar?

Eden Hazard (België)
Ferrán Torres (Spanje)
Romelu Lukaku (België)
Gareth Bale (Wales)
Darwin Núñez (Uruguay)
Lautaro Martínez (Argentinië)
Thomas Müller (Duitsland)
Kevin De Bruyne (België)
Keylor Navas (Costa Rica)
Pedri (Spanje)
Christian Eriksen (Denemarken)
Koke Resurrección (Spanje)
Het uitzonderlijke geval van Cristiano Ronaldo (Portugal)
Marktwaarde? Hoezo marktwaarde?
Eden Hazard (België)

België viel tegen in Qatar, maar Eden Hazard nog meer. Hij speelde zonder explosiviteit, was fysiek niet top, schuwde de dribbels en toonde weinig drang. Een schim van de speler die ooit top de top drie van de wereld behoorde.

Ferrán Torres (Spanje)

We mogen niet vergeten dat Ferrán Torres Barcelona 55 miljoen euro heeft gekost, waardoor je zou verwachten dat hij de aanval van La Roja zou dragen. Zijn laatste twee wedstrijden, tegen Japan en Marokko, waren echter rampzalig.

Romelu Lukaku (België)

Arriveerde in Qatar met een ongelukkige blessure waardoor hij zich moest forceren. De vier gemaakte doelpunten die hij miste tegen Kroatië en waardoor zijn land de achtste finales mocht vergeten, zullen nog lang in het geheugen gegrift staan.

Gareth Bale (Wales)

Met zijn kwaliteiten had Bale in aanmerking kunnen komen voor de titel van beste speler van het WK, maar Wales eindigde laatste in zijn groep en de sterspeler van het land speelde een grijs toernooi in Qatar.

Darwin Núñez (Uruguay)

Het was het toernooi waarop hij moest tonen dat hij tot de wereldtop behoort na zijn recordtransfer naar Liverpool. Speelde echter een te onopvallend WK.

Lautaro Martínez (Argentinië)

Viel uit de toon bij een Argentinië dat steeds sterker werd. Lautaro toonde een gebrek aan vertrouwen en was bij momenten niet betrokken bij het spel.

Thomas Müller (Duitsland)

De grote Duitse spits stond er in het verleden altijd op de grote momenten, met doelpunten, assists en een bijna ongeëvenaard spelinzicht. In Qatar kwam hij echter nauwelijks in het stuk voor.

Kevin De Bruyne (België)

Haalde meer de krantenkoppen naast het veld dan erop en dat is nooit een goed teken. Als je tot de top drie behoort van de wereld, moet je uitblinken tijdens dit soort afspraken. De Bruyne gaf echter niet thuis in Qatar.

Keylor Navas (Costa Rica)

Costa Rica plaatste zich bijna voor de achtste finales, maar toch moest Navas in de groepsfase maar liefst elf tegendoelpunten slikken. Dat zijn er bijna vier per wedstrijd. Onmogelijk om zo door te stoten.

Pedri (Spanje)

De Golden Boy was de ster die Spanje moest leiden in de strijd om zijn tweede wereldtitel, maar op het veld werd hij in elke wedstrijd overrompeld, behalve tegen Costa Rica. Miste body, ervaring en durf.

Christian Eriksen (Denemarken)

Eriksen en Denemarken kwamen in een goede flow aan in Qatar, maar die verdween meteen na de eerste wedstrijd. De middenvelder domineerde in geen enkel duel in de groepsfase en zijn land leed daar te veel onder.

Koke Resurrección (Spanje)

Speelde geen rol van betekenis op het WK. Als klap op de vuurpijl is zijn rampzalige wedstrijd tegen Rusland in 2018 nog steeds in het geheugen van de Spaanse fans gegrift. Met een penaltymisser lag hij toen aan de basis van de uitschakeling van La Roja.

Het uitzonderlijke geval van Cristiano Ronaldo (Portugal)

Deze topspeler trad op zijn 37ste clubloos aan op zijn vijfde WK en liet daar zien dat hij niet meer de oude is. In de achtste finale tegen Zwitserland startte hij op de bank en speelde Portugal zijn beste wedstrijd. CR leek dan ook volledig te zijn afgeschreven.

 

Marktwaarde? Hoezo marktwaarde?

Ondanks de lage waardering heeft de Saoedische club Al-Nassr hem echter gecontracteerd voor het recordbedrag van 200 miljoen euro per jaar. Een herinnering voor alle spelers in deze galerij, dat het (financieel gezien) toch nog goed af kan lopen.

Meer voor jou