Het ondergrondse Kremlin: ligt er een geheime Sovjetmetro onder Moskou?
Uit de Koude Oorlog zijn er veel zaken waar we waarschijnlijk nooit antwoorden op zullen krijgen. Eén van die mogelijke geheimen, waarover al tientallen jaren geruchten rondgaan, gaat over bestaan van een geheim metrosysteem onder de hoofdstad van Rusland. Dit is misschien reëler dan aannemelijk lijkt.
Kremlinologen, complottheoretici en andere speculanten noemen dit vermeende vervoersysteem 'Metro-2', zodat het duidelijk kan worden onderscheiden van de Moskouse metro, die de naam 'Metro-1' draagt.
De Moskouse metro werd in 1931 geopend en moest een breuk vormen met massavervoersystemen van kapitalistische landen zoals de London Underground of de New York City Subway, die claustrofobisch, groezelig en onverzorgd waren.
Afgebeeld: De metro van New York eind jaren 40.
Het metrosysteem van de Sovjethoofdstad richtte zich daarentegen op de grandeur van het arbeidersparadijs. Ze zijn gebouwd in een klassieke stalinistische architectuur en bedoeld als ondergrondse 'paleizen van het volk'.
De geologische ligging van Moskou betekende een uitdaging voor de ingenieurs, die zich genoodzaakt zagen stations en tunnels aan te leggen op diepten tot wel 30 meter onder de grond.
In de Tweede Wereldoorlog bleek dit nuttig, want de stations dienden namelijk ook als schuilkelder. Stalin en zijn regering brachten hun kantoren onder in het station Majakovskaja toen Hitlers troepen een poging deden Moskou te bereiken.
In de vroege jaren 50, toen de Koude Oorlog zich verder uitrolde en de angst voor nucleaire aanvallen realistischer leek dan ooit, werden de nieuwere stations van de Moskouse metro ontworpen als atoomschuilkelders.
Het was rond deze tijd dat 'Metro-2' zou zijn ontstaan, hoewel alles wat ermee te maken heeft in mythe en speculatie is gehuld.
Het gerucht gaat dat dit project aan het einde van Stalins bewind werd ontwikkeld onder de codenaam D-6.
Naar verluidt zou het netwerk ook Stalins landgoed aan de rand van Moskou en enkele van de belangrijkste Sovjetinstanties in de hoofdstad met elkaar verbinden.
Afgebeeld: Het voormalige hoofdkwartier van de KGB rond 1980.
Daartoe behoren dus ook het Kremlin, het hoofdkantoor van de KGB, de gebouwen van de generale staf, de Staatsuniversiteit van Moskou en de internationale luchthaven Vnoekovo.
De stoutste geruchten spreken over het bestaan van een ondergrondse stad in de buurt van het district Ramenki, die in de jaren 70 gebouwd zou zijn en onderdak zou kunnen bieden aan tienduizenden mensen.
Afgebeeld: De luchthaven Vnoekovo in Moskou.
Bestaat 'Metro-2' echt? De Russische regering en het bestuur van de Moskouse metro hebben het bestaan ervan nooit bevestigd of ontkend, maar uit enkele gegevens die door de jaren heen zijn verzameld, kan worden afgeleid dat er hier toch wel iets onder de grond zit.
Bekend is dat de Sovjetregering tenminste één schuilkelder heeft gebouwd die bekend staat als Bunker GO-42. Hij kon dienen als noodcommandopost in een nucleaire oorlog. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog werden soortgelijke faciliteiten gebouwd in de Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk.
Bunker GO-42, die een maand lang 600 mensen kon huisvesten zonder dat er middelen van buitenaf nodig waren, werd in de jaren 2000 vrijgegeven, geveild en herbergt nu een museum over de Koude Oorlog. De bunker was wel verbonden met de Moskouse metro, maar niet met de vermeende 'Metro-2'.
Het tijdschrift Time citeerde in een artikel uit 1992 een anonieme KGB-officier over het bestaan van een ondergrondse bunker in Ramenki met genoeg ruimte voor de Sovjetregering en onderdak aan duizenden mensen gedurende tientallen jaren.
Het artikel beschreef ook andere schuilkelders, zoals die bij de Staatsuniversiteit van Moskou, en stelde dat deze door de tand des tijds en het gebrek aan onderhoud onbruikbaar waren geworden.
Toen Hotel Rossija – dat de bijnaam 'Hilton van het Rode Plein' meekreeg – in 2006 werd gesloopt, werd eronder een reeks geheime tunnels gevonden. Het hotel diende tijdens de jaren van de USSR als een ontmoetingsplaats voor hoge Sovjetfunctionarissen.
Er zouden tunnels zijn die het voormalige terrein van Hotel Rossija verbonden met het Kremlin en andere onbekende locaties. Echter, zou verder onderzoek door de plaatselijke autoriteiten niet zijn toegestaan.
De belangrijkste bron van deze gegevens is het Amerikaanse ministerie van Defensie. Een in 1991 geschreven rapport, getiteld 'Military Forces in Transition', wijst op het bestaan van een ondergronds vervoersnetwerk onder Moskou dat in geval van een kernoorlog kan worden aangewend.
In het rapport valt te lezen: "De Sovjets hebben zowel in stedelijk Moskou als daarbuiten diepe ondergrondse voorzieningen aangelegd. Deze voorzieningen zijn onderling verbonden door een diep ondergronds netwerk van metrolijnen die het leiderschap een snel en veilig evacuatiemiddel bieden."
Uit geheime Sovjetdocumenten die door Russische journalisten zijn aangehaald, blijkt dat er waarschijnlijk een enkelsporige tunnel heeft bestaan, die twee keer dieper lag dan de gewone Moskouse metro, maar niet zo complex was dat hij als een eigen geheim metrosysteem werd beschouwd.
Daarnaast bestaat of bestond er een apart netwerk voor luchttoevoer voor het diepe metrosysteem dat naar verluidt werd beheerd door de Moskouse metro, maar eind jaren 60 onder toezicht van de KGB kwam te staan.
Deze tunnels waren ter ondersteuning ook voorzien van een spoor en kregen de namen DV-1 en DV-2. Sommigen geloven dat aangedikte verhalen over dit ventilatiesysteem door overheidspersoneel, metrowerkers en stadsverkenners de oorsprong kunnen zijn van de legende van Project D-6.
Over de jaren heen zijn er ook wel meldingen geweest over het bestaan van 'Metro-2', maar tot dusver zijn er nooit harde bewijzen op tafel gekomen.
Mikhail Poltoranin, die in de jaren 90 onder Boris Jeltsin persminister was, bekende volgens The Daily Mirror de aanwezigheid van "een uitgebreid netwerk van tunnels en een noodcommandocentrum in geval van oorlog".
De voormalige KGB-kolonel Oleg Gordievsky, die in de jaren 90 naar het Westen vertrok, onthulde in 2001 aan een Russisch tijdschrift dat de wereld het grootste geheim van de KGB nog niet kent: "Er is een enorme ondergrondse stad, een compleet netwerk van allerlei faciliteiten. Maar dat laten ze je natuurlijk niet zien; dat doen ze nooit".
En toen de voormalig adjunct-directeur van de Moskouse metro, Dmitry Gayev, naar het bestaan van 'Metro-2' werd gevraagd, verklaarde hij dat hij "echt verbaasd zou zijn als dit niet zou bestaan".